Bij de oprichting van de VVAO op 12 mei 1918 verenigden vrouwelijke wetenschappers zich. Zij vonden elkaar in het feit dat ieder van hen een plaats in de academische mannenwereld moest bevechten én in hun overtuiging dat je in zo’n strijd elkaar nodig hebt en samen sterker staat. Zij benutten daarbij zowel hun academische opleiding als de posities die zij hadden in de maatschappij om zich in te zetten voor vrouwenrechten en de emancipatie van vrouwen. Aletta Jacobs (zie afbeelding) was een van hen. Zij was de eerste vrouw in Nederland die aan de universiteit ging studeren. Ze wordt arts en promoveert als doctor in de medicijnen.
De VVAO droeg onder andere bij aan:
de eerste Nederlandse verkiezing in 1922 waar vrouwen aan mee mogen doen;
de afschaffing van de wet waarin vrouwen niet langer handelingsonbekwaam werden gehouden. Hierna mochten zij zelfstandig aan het financieel economisch verkeer deelnemen en zelfstandig reizen;
betere kinderopvang en ondersteunde de actie “baas in eigen buik”